Project Optimus
Tussen 2002 en 2005 onderzocht de Fachhochschule Braunschweig/Wolfenbüttel (Oostfalen Duitsland) het besparingspotentieel van het inregelen van radiatorkringen in bestaande gebouwen.
Het onderzoek van het invloedrijke team rond Dieter Wolff en Kati Jagnow bleek bepalend voor de manier waarop de Duitse overheid en vakwereld nu omgaan met hydraulisch inregelen en optimalisatie.
Het besparingspotentieel van een combinatie van optimalisatiemaatregelen werd onderzocht, evenals de rendabiliteit van de nodige investeringen.
De optimalisatiemaatregelen behelsden dus meer dan enkel hydraulisch inregelen.
Bij de onderzochte gebouwen werd het verbruik van gas en elektriciteit geregistreerd. Terwijl bij een deel van de gebouwen de installaties werden geoptimaliseerd, fungeerde het andere deel als controlegroep.
Tijdens het onderzoek werd aandacht geschonken aan de volgende onderlinge verschillen tussen de onderzochte gebouwen:
- Individuele verwarming of districtsverwarming.
- Woning of appartementsgebouw.
- Ouderdom en isolatiewaarde van het gebouw.
Optimalisatietraject
- Een vereenvoudigde warmteverliesberekening.
- Bepaling van het genormaliseerd vermogen van de bestaande radiatoren.
- Bepaling van de aanvoertemperatuur en van het debiet om het radiatorvermogen overeen te laten stemmen met de warmteverliezen.
- De juiste instelling van stooklijnen op de centrale regelaar.
- De juiste instelling van het debiet door elke radiator (= waterzijdig inregelen). Dat debiet hangt af van:
- Drukverlies in de leidingen.
- Kv-waarde van het ventiel.
- Dimensionering en instelling van een pomp of drukregelaar.
Praktische uitwerking van het inregelen
- Er werd ingeregeld met een berekende voorinstelling op de thermostaatkranen.
- Waar mogelijk werd de inregeling uitgevoerd met de bestaande installatiecomponenten.
- Waar nodig werden de nodige componenten geplaatst of vervangen:
- Pomp
- Drukregelaar
- Thermostaatkranen
- Soms volstaat een nieuw binnenwerk voor de bestaande thermostaatkranen. De installatie moet hiervoor niet noodzakelijk worden leeggemaakt.
Resultaten in grafieken en tabellen
De onderzoekers legden, i.v.m. de rendabiliteit van de investeringen, een breuklijn tussen gebouwen van vóór 1978 en gebouwen van daarna. Dit heeft te maken met Duitse isolatiestandaarden in de loop der decennia. Dit is moeilijk te vertalen naar de Belgische situatie.
Besluit
- Dat de absolute besparing groter was bij nieuwere gebouwen met hogere isolatiewaarden en een lager specifiek energieverbruik, was ongetwijfeld de grootste verrassing van dit onderzoek.
- Er werd meer bespaard in grotere gebouwen met wijder vertakte hydronische installaties.
- Gebouwen met individuele warmteproductie bespaarden meer dan gebouwen met districtsverwarming.
Resultaten van een ander onderzoek
Uit: “Praktijkonderzoek waterzijdig inregelen bestaande woningvoorraad”, E. Willems en J. Persoon, Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs b.v. en Bouwhulp Groep, i.o.v. Novem, november 2002.
Slecht een klein deel van Project Optimus werd in dit artikel samengevat. Voor meer informatie ga naar: http://www.delta-q.de/cms/de/projekte/dbu_optimus.html
GRATIS: Masterclass
“Hoe giet je een stalen installatie vol water zonder problemen met corrosie te verwachten?”
Deel dit artikel met jouw LinkedIn contacten, Facebook vrienden, Twittervolgers en Google+ circles via de share knoppen hieronder, zodat mensen in jouw netwerk van deze informatie profiteren.
beste
bij ons in de blok is een nieuwe cv gezet
ik op het bovenste
moet de hersteller de radiators inregelen of moet ik dat zelf laten doen en waar moet ik dat laten doen en hoeveel zou dat kosten aub
mvg
@ Maarten: De Bypass heeft zijn nut in de voorbije decennia bewezen, echter wanneer men intelligenter wenst om te springen met ‘hydraulica’ in het kader van condensatie en/of correcte warmteafgifte is een bypass te vermijden. Neem hierover contact met Wilo, Grundfoss enz. Een uitzondering kan zijn wanneer men werkt met CV-stations en een gemeenschappelijke stookplaats. Hier zal de drukverschilregelaar er voor zorgen dat in de CV-lus altijd warm water voorradig is. Echter gebruikt men hier ‘constantdruk’ geregelde pompen en moet deze ‘bypas’ zeer correct zijn ingesteld. Voor huishoudelijke installaties heeft dit geen zin.
De onderzoeksgroep waarvan sprake in het artikel hierboven onderzocht ooit het rendement van condensatieketels in reële werkingsomstandigheden. Daarbij bleek meestal een nadelig effect van een bypass op de recuperatie van latente warmte uit de rookgassen van ketels. Bij verwarmingstoestellen waarbij een bypass of evenwichtsfles is gewenst (dat zijn er velen) is een goed regelconcept, hydraulische balans en een goede regeling van de debieten doorheen de fles onontbeerlijk voor optimale werking.
Bedankt voor het duidelijke antwoord. Zo worden we weer wat slimmer …
KV-waarde: Ik denk dat er niet veel installateurs zijn die weten wat dat is en om die KV waarde niet te laten overschrijden kunnen we nu dit gebruiken:
http://www.imi-hydronic.com/nl-BE/producten-en-oplossingen/heimeier-thermostatic-control/thermostatische-regelelementen-en-afsluiters/Thermostatische-radiatorafsluiter/Eclipse/
PS: Christiaan Carelsberg met een Bypass doe je ook niets mis denk ik dan 🙂
Niet enkel het hydraulisch inregelen, maar ook de hydraulische cummunicatie wordt meer en meer een belangrijk thema. Het kan zeer nuttig zijn om ook rekening te houden met het reëel debiet van een installatie, zodanig de warmtegenerator hiermee bijkomstig of primair rekening kan houden. In sommige situaties heeft de hydraulische koppeling voorrang op de elektrische sturing. Bypass zou ik, indien mogelijk, vermijden. Zeker met onze moderne pomptechnieken van vandaag.