Geert Bellens is zaakvoerder van Bestbuildingconcept, een ingenieursbureau in Lier met een heel interessante specialiteit: Comfort.
Er zijn betrekkelijk weinig kantoren zonder comfortproblemen. Talrijke factoren kunnen onbehaaglijkheid veroorzaken : temperatuur, relatieve vochtigheid, luchtkwaliteit, verlichting, akoestiek,….
De oplossing van zulke fysische ongemakken hangt onvermijdelijk samen met rationeel energieverbruik en met het subjectieve comfortgevoel van de gebruikers.
Het leek mij interessant om Geert enkele vragen te stellen voor mijn blog:
Onlangs bleek, bij een test met meetapparatuur in mijn kantoor, dat het CO2-gehalte hoger was dan 2000ppm. Waarom is dat erg?
Een hoog CO2 gehalte wijst op een tekort aan verse lucht. Dat geeft onbehaaglijkheid die misschien niet dadelijk wordt opgemerkt: afnemende concentratie, hoofdpijn, lichte duizeligheid of nausea.
Een ventilatiesysteem dat de verbruikte lucht afvoert en verse binnenbrengt is dus geen overbodige luxe. Een dergelijk systeem moet voldoende gedimensioneerd en onderhouden worden.
Zeker in kantoren is dit belangrijk. Met voldoende verse lucht voelen mensen zich beter en presteren ze beter. Hetzelfde geldt in scholen waar leerlingen minder snel moe worden en langer aandacht houden.
Wij verbinden het begrip comfort intuïtief met temperatuur, maar i.v.m. “comfort” is zelfs de definitie van temperatuur niet bepaald eenvoudig. Hoe zit dat precies?
Thermisch comfort bestaat officieel uit 4 zaken: de luchttemperatuur, de stralingstemperatuur, de luchtsnelheid en de relatieve vochtigheid. De kwaliteit van de binnenlucht wordt voornamelijk via een CO2-meting nagegaan.
Kun je warmtecomfort meten?
Absoluut. Met een zogenaamde PMV meter of “klimaatboom” kan je deze 4 elementen registreren. Gecombineerd met informatie over kledij en activiteit van de mensen, kun je comfort meten en objectiveren.
Over welke comfortproblemen word jij het vaakst geconsulteerd?
Meestal gaat het over tocht, wisselende temperaturen en te muffe lucht.
Welk is de meest heimelijke factor die ons comfort beïnvloedt?
Onderschat een koude vloer niet. Mensen die heel de dag stilzitten, boven een koude vloer, krijgen snel koude voeten.
Een vloer hoort een temperatuur van minimum 19°C te hebben, maar zonder vloerverwarming is dit, in slecht geïsoleerde gebouwen, moeilijk te verkrijgen.
Wanneer ik een ontwerp maak, moet ik rekening houden met vele richtlijnen. Welke normen bestaan er voor comfort? Welke eisen stelt de overheid?
De overheid stelt geen dwingende eisen. Er zijn de comfortnormen NBN ISO 7730 en NBN EN 15251. Er is de NBN EN 13779 voor binnenklimaatklassen om de ventilatiedebieten te bepalen.
Al deze normen beschrijven hoeveel procent ontevreden gebruikers je kunt verwachten, bij de verschillende comfort- of binnenklimaatklassen.
Meestal streeft een ontwerp slechts naar de laagste klasse zodat het project goedkoper wordt.
De ontevredenheid komt natuurlijk pas achteraf.
Energiezuinig is vandaag het sleutelwoord. Jij simuleert het comfort in gebouwen die nog niet bestaan. Hebben opdrachtgevers voldoende aandacht voor comfort?
Nee. Comfort wordt in een ontwerp wel eens stiefmoederlijk behandeld.
Energiezuinigheid is maar één facet van een gebouw en in de ontwerpfase wordt zelfs vaak op comfort ingeboet om te voldoen aan de strenge energie-eisen.
Het verlagen van de ventilatiedebieten is daar een perfect voorbeeld van.
Zijn er nog veel opties om comfortklachten in bestaande gebouwen te verhelpen?
Alles hangt af van de klachten en hun oorzaak.
In geklimatiseerde gebouwen, is de regeling vaak niet optimaal ingesteld. Bij onze comfortmeting registreren wij, minuut per minuut, de klimatisatie om dat aan te tonen.
Dit soort problemen is meestal oplosbaar.
In oude gebouwen, is het vaak een probleem van te weinig isolatie of een gevel die niet luchtdicht is. Dat is niet altijd te verhelpen zonder grondige verbouwing.
Regelmatig zie je dat werknemers de ventilatieroosters van hun kantoor hebben dichtgeplakt. Waarom nemen mensen dergelijke drastische maatregelen. Hoe kunnen wij, als vakman of als ingenieur, hen helpen?
Dat is het gevolg van teveel lucht door die roosters.
Als de temperatuur van die lucht dan ook nog eens te laag is, krijg je tochtklachten. Vooral lastig voor wie vlakbij zo’n rooster zit.
Het is de kunst om te klimatiseren met zo weinig mogelijk luchtverplaatsing.
Mogelijke remedies zijn : roosters bijplaatsen of vervangen door een ander type. Ook een kritische blik op de inblaastemperatuur is belangrijk. Eén en ander hangt af van de koellast van het gebouw.
Welke raad zou je geven aan organisaties of mensen met bouwplannen?
Ook voor het comfort kun je je wensen laten opnemen in het Programma Van Eisen. Je kunt eenvoudigweg verwijzen naar NBN EN 15251 en NBN ISO 7730 en comfortklasse B eisen voor alle ruimten waar mensen langdurig aanwezig zijn.
Deze comfortklasse gaat uit van maximaal 10% ontevredenen, wat een goede score is.
Dat comfort kan je best dynamisch laten simuleren in het voorontwerp zodat je zeker bent dat het wordt gehaald.
Voor de binnenluchtkwaliteit vind ik IDA klasse 2 een minimale eis. Die legt ventilatiedebieten op tussen 36 en 54 m³/h per persoon. Als je dit vooraf vastlegt, is het aan de architect en het studiebureau om zowel te voldoen aan jouw comforteisen als aan de energie-eisen van de overheid.
Met deze goede raad zit het interview erop. Hoewel…
Misschien is er nog een vraag waarop je graag een antwoord had?
Je bent hartelijk welkom om jouw vraag aan Geert te stellen in het tekstvak hieronder.
Je kunt er ook gewoon jouw mening over het onderwerp delen.
Aangezien vele werkplaatsen kampen met comfortproblemen, kun je dit artikel best delen met jouw LinkedIn contacten, Facebook vrienden, Twittervolgers en Google+ circles via de share knoppen hieronder. Anderen in jouw netwerk kunnen ervan profiteren.
Dit is een verzuchting die bij de studiebureaus, onderzoekers en kwaliteitsinstallateurs al langer gekend is, maar helaas totaal niet lijkt door te dringen bij bouwheren en (jammer genoeg ook veel) architecten.
Onze ervaring als studiebureau is dat we véél te laat worden ingeschakeld, en dat de architect vaak meer geïnteresseerd is om de architectuur te bewaken dan het comfort van zijn klanten.
Goede aanzet tot nadenken/actie
Persoonlijk heb ik ook al ervaren dat men soms beter wat langer stilstaat bij het ontwerp. Vroeger zelfs, bij het aanvangen van het ontwerp. Ik ben ervan overtuigd dat er een gulden middenweg is om zowel energetisch en op gebied van comfort het plaatje te doen kloppen.
Voor deze beide zaken is enige deskundigheid vereist waardoor het van uiterst belang is dat de nodige specialisten van bij het BEGIN van het project betrokken worden. Dit vraagt wat meer tijd in de (voor) ontwerpfase maar zal het eindresultaat een flinke meerwaarde bezorgen. Hierdoor zullen de installaties en het gebouw in zijn geheel kunnen gebruikt worden zodat het voor ogen werd gehouden tijdens het ontwerp en zullen lapmiddelen die dikwijls tijdens de waarborgperiode al worden toegepast vermeden worden.
Denk maar aan airco-cassettes die worden afgeplakt, Ventilatie onderdelen die worden uitgeschakeld omwille van ongelukkige verdeelprincipes, Inrichting belemmerd door koudestraling van ramen, oververhitting van fel zonbestraalde gevels, … Zaken die makkelijk gecounterd kunnen worden door hier even bij stil te staan.
Het voornaamste is dat deze risico’s worden herkend bij het ontwerp zodat deze gepast kunnen aangepakt worden en dat de verschillende pistes met ingrepen (bouwkundig, organisatorisch, technisch) naast elkaar kunnen gelegd worden om zo te komen tot een compleet ontwerp.
Om een efficiënt ontwerp te bekomen moet men efficiënt ontwerpen.
Is de juiste boodschap. Ventileren i.f.v. bezetting is beter dan i.f.v. oppervlakte . EPB ziet dit anders maar wat baat kaars en bril ……
Een van de vele problemen bij dergelijke installaties is het aanbestedingskarakter waardoor goedkoopste aanbieder het project wordt toegewezen en er vanaf dag 1 te besparen valt, omwille van diverse redenen.
Kwalitatief materiaal en uitvoering is een heel belangrijk onderdeel daarin.
Anderzijds zorgt dit ervoor dat er veel werk aan de winkel is voor mensen zoals jij die hier vrij gemakkelijk een besparing kunnen realiseren.
In Duitsland worden aanbestedingen vaak gegund aan de middelste prijsaanbieder. Prijs/kwaliteit het beste denk ik dan, niet de goedkoopste en ook niet de duurste.
mvg,
Wannes
Wannes,
ook in ‘dure’ projecten waar het budget groot is en waar er echt niet op het geld gekeken wordt, zie ik toch ook vaak dat het comfort geen aandachtspunt is.
Ik denk dat het vaak te maken heeft met een verkeerd uitgangspunt.
Een gebouw bouwen met als voornaamste verdienste een zeer laag E-peil of een uitstekende BREEAM score is bijvoorbeeld in mijn ogen al een slecht begin.
Onderschat ook niet dat de bouwheer, vaak maar één keer bouwt en dat hij er van uit gaat dat zowel architect(en) als studiebureau technieken alles weten.
Het betrekken van gespecialiseerde adviseurs (comfort, akoestiek,…) gebeurt in België veel te weinig.
Om Wannes bij te treden: soms lijkt het dat er werd bespaard op commissioning.
Bijvoorbeeld: een ventilatiesysteem dat niet werd ingeregeld kan gemakkelijk voor tochtklachten zorgen.
Hallo,
een totaal concept in een gebouw, waarbij comfort ,energie, prijs, een goed ontwerp, bouwkundig, luchtkwaliteit, brandveiligheid, lichtinval en lichtopbrengst, lichtcomfort, algemeen comfort, en dan een uitgebalanceerde prijstechnisch goede technische installatie is geen simpele oefening.
Maar ik deel uw mening: daar is nog heel veel werk aan de winkel. Bij 80% van de zaken kan ik u helpen. Indien vragen staan wij u graag te woord.
mvg
Paul Boey
Beste Walter,
Ik kan me helemaal vinden in de analyse van Geert Bellens. Als aanvulling bij zijn analyse hebben we gemerkt via onze surveys gerealiseerd via Comfortmeter dat de mate waarin mensen hun omgeving kunnen controleren aantoonbaar een zeer grote invloed heeft op hun comfort tevredenheid.
– Gebruikers die de ramen kunnen openen verdragen bijvoorbeeld tijdens de zomer hogere binnentemperaturen dan gebruikers die dat niet kunnen.
– Ook de mate waarin de gebouwbeheerder luistert naar Comfortklachten heeft aantoonbaar een grote invloed op de tevredenheid.
Meer info incl. enkele wetenschappelijke artikels vind je hierover oa onder http://www.comfortmeter.eu/?q=advantages
Dag Johan,
Bedankt voor jouw reactie!
Dat zijn echt wel opmerkelijke vaststellingen die je daar deelt.
Johan,
Klopt wat je daar zegt van te openen ramen, alleen werkt dat vaak niet als je met meerdere personen een lokaal of (nog erger) een landschapskantoor deelt.
Wat voor de ene positief aanvoelt (verse lucht) is voor de andere soms storend (tocht of lawaaihinder).
Ook wanneer er stralingskoeling toegepast wordt (koelplafond, betonkernactivering) is een te openen raam in de zomer soms problematisch wegens het risico op condensatie, en vermijdt men dit liever.
Maar het klopt, in het ideale geval, heeft iedere werknemer zijn eigen thermostaat en een te openen raam. Het niet kunnen controleren van je eigen comfort is vaak een grote bron van ergernis.
Beste Walter,
Ik vind dit een interessant artikel waar veel waarheid inzit.
Groot probleem is volgens mij ook dat veel installaties slecht berekend en ontworpen worden . Als de basis slecht is, kan je nooit tot goede resultaten komen.
Dag Hilde,
Bedankt voor jouw reactie.
Denk je dat prijsdruk soms voor problemen zorgt?